Stilte
Deze
dinsdagochtend werk ik even thuis. Na meer dan 5 jaar werken vanuit Argentinië
probeer ik zoveel mogelijk gewoon op kantoor te werken en niet vanuit mijn woonkamer.
Of, ik geef het eerlijk toe, soms vanuit de slaapkamer. Want sinds 1 januari
2013 is ‘thuis’ een bovenwoning aan een drukke winkelstraat in Oudwijk,
Utrecht. En niet meer een appartementje op de 6e in Palermo, Buenos Aires.
De eerste weken in Nederland waren
afzien. We maakten de fout om tijdelijk in een rustig wijkje te verblijven. Nou,
dat hebben we geweten. We lagen letterlijk wakker van de stilte. Elke nacht
zaten we rechtop in bed te luisteren naar een absoluut geluidsvacuüm.
Ongehoord, wat zijn die Nederlanders stil! Hier geen auto’s, maar onhoorbare fietsen.
En waarom toeteren ze hier niet? Nu moet iedereen zélf uitkijken -
levensgevaarlijk. Telefoongesprekken worden op normale sterkte gevoerd, wat het
meeluisteren naar een privégesprek bijna onmogelijk maakt. Tv’s staan -heel
asociaal- op normaal volume zodat de buren het niet horen. Kinderen worden
gesust, honden gecorrigeerd, herrie geïsoleerd. De buren van de jarige krijgen
een briefje in de bus om te waarschuwen voor vrolijk feestgeluid. We hoopten
elke dag weer op zo’n briefje. Maar helaas. Het bleef oorverdovend stil.
Na jaren Buenos
Aires gingen we ‘coldturkey’ in Nederland. Ineens reden er geen bussen door de
straat die de ramen doen trillen, geen vechtende taxichauffeurs of schreeuwende
zwervers. Geen toeterende auto’s, scheurende brommers, of loos autoalarm. Geen
asado aan de overkant, geen schreeuwende mensen op tv. Geen bonkende bedden,
juichende buren, blaffende honden of dronken pubers. Alleen maar die onrustige
stilte.
Gelukkig was het
maar voor een paar weken en konden we snel op zoek naar een nieuwe woning voor
langere tijd. Onze huizenjacht richtte zich niet op vierkante meters, maar op decibellen.
Hoe meer, hoe beter. Badkamer, balkon, tuin of slaapkamer was irrelevant; bussen
auto’s, winkels en kroegen binnen gehoorsafstand, dát wilden we. Huizen in
rustige, groene pittoreske straatjes werden strak genegeerd. Hoe groot en
goedkoop ook, we waren onverbiddelijk.Dichtbij het spoor was een plusje. Dubbel
glas een minpunt.
Uiteindelijke
hebben we na lang zoeken de rumoerigste woning van Utrecht gevonden: een
appartement met twee hoge ramen pal aan een drukke winkelstraat. De spoorlijn
dwars door de wijk heeft ons over de streep getrokken. Een garantie voor
geluid.
Maar veel lawaai
voor ons geld hebben we niet gekregen.We zitten vlak naast een Albert Heijn,
maar zonder de door ons gehoopte zwervers die verward bedelen en schreeuwen. Er
rijden regelmatig auto’s door de straat, alleen houden ze zich schijterig aan
de maximum snelheid en toeteren ze niet. Er rijdt een buslijn van en naar het
Centraal Station, pal voor onze deur. Maar die bussen gaan slechts 6 keer per
uur, ze rijden bovendien veel te langzaam en hebben tot overmaat van ramp
geluidsdempers. Je hoort ze niet eens! We vroegen nog of we het dubbel glas
konden vervangen voor gewoon enkel glas, maar daar wilde de huisbaas niet aan
beginnen.En de spoorlijn? Die blijkt te horen bij het spoorwegmuseum. Er rijdt
slechts één keer per dag een treintje over met stille, rustige treinliefhebbers.
Stapvoets, natuurlijk.
Kortom, we zijn
bekocht.
Het enige wat er
ons van weerhoudt om te verhuizen zijn decafébezoekersdie ’s avonds buiten staan
te roken en lekker hard praten omdat ze een paar biertjes op hebben. Dan doen
we de ramen open zodat de herrie goed, helemaal tot achterin de keuken
doordringt. Mijn vrouw zet dan meteen de tv en de radio tegelijk aan en ik laat
ik de blender snel wat fruit pureren. Heerlijk. Even weer die vertrouwde
Argentijnse herrie.En heel soms passeert er ‘s nachts als iedereen al slaapt
een groep dronken studenten die luid lallend naar huis fietsen. Dan draaien we
ons kirrend van plezier om en slapen we extra lekker verder.
Terug naar deze dinsdagochtend.
Mijn vrouw vraagt of ik een broodje mee
wil voor in de trein, ze staat nu toch te smeren. Ja lekker, zeg ik. Ze smeert
als een echte Hollandse vrouw een boterham met een paar dikke plakken echt
Hollandse kaas. Ze doet de boterham in een echt Hollands boterhamzakje en stopt
het in mijn tas. Met een kus op mijn lippen en een tas in mijn hand loop ik vrolijk
de deur uit op weg naar de trein. Wanneer ik tussen de andere late forensen
wegrij uit Utrecht CS pak ik mijn boterham uit de tas. Stomverbaasd zie ik dat
mijn vrouw het boterhamzakje voor de zekerheid goed heeft dichtgeplakt met twee
grote stukken plakband. Ha! Die gekke Argentijnse vrouw van mij ook. Ik moet
hardop lachen en kijk vrolijk rond. Proestend laat ik het zakje zien aan de
treinreizigers tegenover me. “Moet je kijken wat mijn vrouw heeft gedaan! Tja,
Argentijns he!?”. Maar norse, afkeurende blikken is de enige respons die ik
krijg. Eén oudere vrouw kijkt me verwijtend aan en knikt vervolgens met haar
kin naar het raam. Ik volg haar hoofdbeweging. En dan pas zie ik de
onverbiddelijke letters op de treinramen. Ik zit in een stiltecoupé.
Snel sta ik op en ren naar een coupé
met veel geklets en gebel om daar in alle rust de plakbandjes van mijn
boterhamzakje los te peuteren.
Deze prachtige vergelijking van ongehinderde herrie in sommige grote centra in Argentinië met respectvolle buren-in-acht-nemende rust in Nederlandse steden heeft me goed aan het lachen gemaakt, Jaap! Lezen we nog eens meer van jouw hand? Groeten! (in stilte)
ResponderEliminarDick Bär